kleurenspectrum
FOTO: het kleurenspectrum waarbij licht door een prisma wordt gebroken

KLEUR

definitie

De visuele waarneming van golflengtes afkomstig van licht

Kleur ontstaat bij de aanwezigheid van licht. Zonder licht is alles zwart. Zwart is dus natuurkundig gezien geen kleur, het is enkel "het ontbreken van licht".

Isaac Newton bemerkte dat toen hij een straal zonlicht door een glazen prisma liet schijnen, het licht zich ging opsplitsen in de kleuren van de regenboog. Dit werd het kleurenspectrum of lichtspectrum genaamd.

Licht bestaat dus niet uit één enkele straal, maar uit verschillende stralen met elk hun golflengte. Iedere straal heeft zo zijn eigen kleur.

 

Een kleur van een vlak of voorwerp word bepaald door de stralen die het terugkaatst die door ons oog worden opgevangen. Bij zwart bijvoorbeeld word praktisch alle licht geabsorbeerd, en bij wit word het meeste licht teruggekaatst. Bij blauw worden alle lichtgolven geabsorbeerd, behalve de blauwe, die word teruggekaatst en opgevangen door onze ogen.

Het vlak leent dus een kleur van het licht die hij onmiddellijk terugkaatst. Dit heten wij "geleende kleuren". De kleur word dan bepaald door de pigmenten die zich in het oppervlak bevinden. Deze pigmenten gebruiken we in de vorm van poeder of in vloeibare vorm ook in verf om iets in een bepaalde kleur te zetten. Door verfkleuren te mengen kunnen we zo andere kleuren bekomen.

 

Een voorwerp kan ook een kleur uitstralen, denk maar aan een roodgloeiend ijzer, of oranje gloeiende kolen. Deze kleuren noemen we "eigen kleuren", omdat de lichtstralen die de kleur bepalen afkomstig zijn van het voorwerp zelf.

 

© Vlaams Cultuurnet

Ook iets voor jou?

 


MEEST GELEZEN:

 

 

OOK INTERESSANT: